Vriendenbrief Najaar 2010 (column p7)
Boudewijn de Groot, de zanger van mijn jonge jaren, sprak prachtig bij de Indiëherdenking op 15 augustus in Den Haag.
Zijn jonge moeder stierf in het Jappenkamp, waar hij als baby woonde. ‘Wat kan ik zeggen?’ was steeds zijn terugkerende vraag. Hij was erbij geweest, maar ook weer niet. In sommige levens is het genadig dat het geheugen pas rond je tweede begint te werken.
Sinds 1988 is er in ons land een heuse Indiëherdenking. Tot die tijd moesten
de vele Nederlanders die in Ons Indië de oorlog hadden ondergaan, vooral niet zeuren, want hier in Nederland was alles erger geweest. En in Ons Indië was het nooit koud, dát voordeel hadden ze daar ook nog. Drie jaar geleden kreeg de acteur Willem Nijholt, die als jongetje in een Jappenkamp zat, tijdens zijn herdenkingsrede ter plekke een authentieke woedeaanval over deze achterstelling. Met de precisie, die de ware bureaucratie
kenmerkt, komt de koningin nu één keer in de vijf jaar naar de Indiëherdenking, terwijl ze ieder jaar op 4 mei op de Dam is.
Twee keer ben ik als journalist bij de beruchte Birma-spoorweg geweest. In 1985 samen met de aimabele ex-KNIL-er Ad Silvius die er als dwangarbeider
had gewerkt. Voor het eerst liep hij in het bamboe-oerwoud weer over het oude talud, waar de rails allang waren verdwenen. Zijn emoties gingen het diepst toen wij bij de Bridge on the River Kwai een groep Japanse toeristen tegenkwamen, hij zag ze eerder dan ik. Ineens zei hij: ‘Verdomd, ik ruik Jappen!’
In 2002, Ad was al overleden, ben ik teruggegaan. In zeventien jaar was een groot deel van het oerwoud verdwenen. Langs de oever van de Kwai waren vakantiehuisjes gebouwd; bij de beruchte brug dansten jonge Thais op pontons in de rivier. In een van die nieuwe dorpen vroeg ik waar hier de spoorlijn had gelopen. ‘Spoorlijn?’ vroeg een naoorlogse man, ‘u moet zich vergissen, hier is geen spoorweg geweest.’
Het moet extra gruwelijk voor de slachtoffers zijn dat hun wrede verleden gewoon vergeten wordt en in feite niet meer bestaat. Dan rest alleen de vraag van Boudewijn de Groot: ‘Wat kan ik zeggen?’
Tony van der Meulen is journalist/columnist. Hij werkt regelmatig samen met Nationaal Monument Kamp Vught. Zie ook www.tonyvandermeulen.nl