Haarlems Dagblad 20 juni 2009
Sport

 

HEEMSTEDE - Boudewijn de Groot kan aan zijn indrukwekkende carrière een noviteit toevoegen: het componeren van een kür op muziek.

Door Ellen de Boer
Foto: United Photos

Kür op muziek met Malle Babbe
Fantasie van Boudewijn de Groot wordt werkelijkheid



In navolging van Wibi Soerjadi, die voor de amazones Anky van Grunsven en Imke Schellekens-Bartels een kür schreef, begeeft ook de Heemsteedse componist, producer en zanger zich in de paardenwereld. Zijn muziek zal klinken als de Haarlemse dressuuramazone Marjolijn Kniestedt en de ruin Umber op 27 juni de ring op Mariënweide in Aerdenhout instappen.


Wat Boudewijn de Groot op zijn collega Soerjadi voor heeft, is zijn bekendheid met paarden. Zijn echtgenote Anja Bak kocht twee jaar geleden een Andalusiër en stalde de merrie op Elswout in Overveen. Zo kwam Anja in contact met Marjolijn Kniestedt die Stal Elswout tot vorig jaar beheerde. Nadat de pensionstal in Overveen was gesloten en Marjolijn daar vertrok, bleef ze Anja lesgeven. Het contact groeide uit tot een vriendschap en daarom durfde Marjolijn te vragen of Boudewijn de muziek voor haar kür wilde schrijven.
De muzikant twijfelde geen moment. „Ik ben bekend met het fenomeen paardrijden. De zus van Anja rijdt ook paard en samen kijken de Bak-zusjes vaak naar dressuur als het op tv is. Van lieverlee ging ik meekijken. Ik had er wel eens een fantasie over; hoe leuk het zou zijn als ik ook eens zoiets kon doen. Maar ik ben niet zo ambitieus dat ik contact met Anky opneem", reageert hij lachend. „Toen Marjolijn belde, dacht ik: O, kijk, nu komt het toch op mijn weg."
Om vertrouwd met zijn composities te raken zette Marjolijn haar hele iPod vol met Boudewijn de Groot en reed geen minuut meer zonder zijn muziek op haar hoofd. De componist zat avonden achter elkaar de dressuur-dvd's van Marjolijn te bestuderen. Wat is een appuyment en hoe ziet uitgestrekte draf eruit?
Het duurde niet lang of Boudewijn wist hoe een dressuurproef in elkaar steekt. Marjolijn: „De eerste keer dat we de kür op Mariënweide gingen oefenen, was zo leuk. Jammer dat we geen fototoestel bij ons hadden. Boudewijn stond met de partituur in de hand heel hard aan de kant te roepen: En nu moet je in galop en nu moet je appuyeren”
„Het werd mij redelijk gemakkelijk gemaakt”, vertelt Boudewijn. „Ik hoefde niet te componeren. Marjolijn wilde bestaande nummers.” Zo klinkt het eenvoudig, maar de perfectionistische componist maakte er een heel werk van. „Het was een leuke bezigheid om de muziek aan te passen aan het tempo, wat het paard doet, de figuren die hij maakt. De keyboardspeler uit mijn band heeft mijn pianopartij omgebouwd tot een orkeststuk. Hij is heel handig met computers en synthesizers. Hij heeft het verschrikkelijk ingenieus en muzikaal gedaan. Met technische aanwijzingen van Marjolijn, om bepaalde aanpassingen in tempo en figuren te maken”, zegt Boudewijn.
„Ik ben mee naar de studio geweest toen ze gingen inspelen”, voegt Marjolijn toe. „Ik heb alleen maar met mijn mond open gezeten. Voor mij was het heel gaaf om te zien hoe dat gaat. Åke Danielson heeft het zo knap gemaakt. Hij kan alle instrumenten op de synthesizer bespelen", complimenteert Marjolijn de Zweedse toetsenist.
Boudewijn de Groot heeft voor vier nummers gekozen: Testament, Avond, Malle Babbe en Land van Maas en Waal. De kür begint met Testament en eindigt met Avond, dat vooral bij de stap en de draf klinkt. „De galop is een driekwartsmaat, de sprongen zijn allemaal triolen. Daar heb ik Malle Babbe voor gebruikt. Ook Land van Maas en Waal. Hoewel dat een mars is, kun je het ook in swing uitvoeren en dan wordt het toch een driekwartsmaat. Als ze de zigzagappuymenten maken, moduleert de muziek steeds. Dan hoop je dat ze op het juiste moment beginnen en dat de veranderingen gelijk vallen met de muziek", legt Boudewijn uit.
Van accenten in de muziek, zoals bijvoorbeeld bij de galopwissels in de kür van Imke Schellekens-Bartels, houdt de Heemstedenaar niet. „Een paard zit er heel vaak naast als het eenmaal in tempo zit. Dan kun je het tempo beter wat verdoezelen. Als je het ritme wat gladstrijkt, valt het ook niet zo op als het mis gaat."
Marjolijn heeft in samenwerking met vriend en dressuurinstructeur Eric Hart de choreografie bedacht, dus de figuren zijn bekend. De muziek moet ze zich nog eigen maken, „Wat je nu moet doen, is de muziek uit je hoofd leren", geeft Boudewijn haar de raad. „Je hoeft niet eens de maten te tellen, je hoort wel aan de melodie waar een overgang komt. Je moet je paard laten aanvoelen waar hij in draf en in stap moet. Als je de muziek niet kent, overvalt het jou net zo als je paard."
Voor de Grand Prix-amazone is het lang geleden dat zij aan de kür op muziek in Aerdenhout meedeed. Zij en haar paard waren het Z2-niveau ontgroeid. Let's Dance liep al tijden Grand Prix. De jaarlijkse wedstrijd in Aerdenhout kreeg weer een plekje op haar kalender toen Marjolijn begin dit jaar een nieuw paard te rijden kreeg: Umber. De achtjarige donker-bruine ruin Umber stond ook op Stal Elswout in pension, Zijn eigenares wilde hem verkopen, omdat ze te weinig tijd had vanwege haar studie. De families Cronheim en Weeren, ook regelmatige gasten van de pensionstal, besloten hem te kopen. En Marjolijn mocht hem rijden.
Umber liep al Z1 toen Marjolijn hem overnam en ze weet zeker dat er meer in zit. „Ik zeg niet dat hij de opvolger van Let’s Dance is, maar hij kan zeker hoger dan dit komen. Hij kan lekker bewegen", zegt Marjolijn.
Omdat Umber door zijn training een ander tempo begint te ontwikkelen dan in het begin, is het voor Marjolijn nog een beetje puzzelen met haar muzikale proef. Marjolijn: „De galop rijd ik heel lekker in. De draf is een tweetakt en die moet je te pakken hebben. Dat is het moeilijkst. Ik moet het paard meeer in tempo terugrijden, maar dat vind ik minder erg dan dat ik hem vooruit moet rijden. Je bent zo’n kür toch al vaak aan het jagen, bang dat je niet uitkomt. Je ziet vakkt dat ruiters op Z-niveau ontzettend aan het gassen zijn, maar je moet juist de rust krijgen in je proef. "
Wat Boudewijn de Groot betreft, is het experiment geslaagd. Als Marjolijn hem nog eens zou vragen, gaat hij zeker weer het avontuur aan. „Ik hoop het nog een keer te doen", klinkt het zelfs. Hij wil er dan wel vanaf het allereerste begin bij betrokken zijn en iets speciaal voor een kür componeren. „Maar dan wel met een piaffe hier en daar", zegt hij lachend.  
Of zijn tweeslachtige gevoel over paarden daardoor zal veranderen, betwijfelt hij. „Paarden zijn onvoorspelbaar. Je hebt wel gelijk vijfhonderd kilo die liefkozend in je hand hapt. En het zijn watjes. Ze schrikken heel snel en dan reageren ze het op de dichtstbijzijnde persoon af. Als ik die persoon ben, voel ik er niet veel voor. Maar het zijn ook heel mooie dieren, vooral als ze laten zien wat ze kunnen. Een paard is in alle opzichten sierlijk, zeker gezien zijn omvang. Ik ken geen ander groot dier dat zo sierlijk is."



 

 


 

Boudewijn de Groot houdt zijn handen uit de buurt van Umber. Hij vindt paarden mooi maar toch ook een beetje eng. Rechts Marjolijn Kniestedt