NRC Achtergrond 25 januari 1995
Door Henk van Gelder
Voorstelling: Het dagboek van Anne Frank, door Frances Goodrich en Albert Hackett, bewerkt door Mies Bouhuys.
Spelers: Cléo Dankert, Boudewijn de Groot, Josée Ruiter, Isabel Menino, Adriaan Adriaansen, Ellis van den Brink, Mattijn Hartemink, Leo Hogenboom, e.a. Decor: Tom Schenk. Regie: Arda Brokmann. Gezien: 21/1 in de Koninklijke Schouwburg, Den Haag. Tournee t/m 10/6.
Tien jaar geleden, toen Het dagboek van Anne Frank voor het eerst na 28 jaar weer in Nederland werd gespeeld, besloot bewerkster Mies Bouhuys de openingsscène te schrappen. Daarin kreeg Otto Frank, meteen bij zijn terugkeer uit het kamp, het dagboek van zijn dochter in handen gedrukt. In werkelijkheid was het zo niet gegaan: pas twee maanden later, toen vaststond dat de zusjes Margot en Anne het niet hadden overleefd, overhandigde Miep Gies de achtergelaten papieren aan hun vader. De toneelversie van 1984 begon dan ook meteen met de aankomst van de onderduikers in het Achterhuis en kreeg daardoor een directheid die in het originele stuk - van het Amerikaanse schrijversechtpaar Frances Goodrich en Albert Hackett - ontbrak.
Nu er, voor het herdenkingsjaar 1995, een nieuwe versie in produktie is genomen, heeft Bouhuys haar ingreep van tien jaar geleden te niet gedaan. Ze blijkt een nieuwe openingsscène te hebben geschreven, die weliswaar recht doet aan de ware gang van zaken uit 1945, maar van de rest van het stuk opnieuw een flashback maakt. Otto Frank, sereen gespeeld door de als toneelacteur debuterende Boudewijn de Groot, krijgt tot zijn verrassing het dagboek in handen, gaat zitten en kijkt peinzend voor zich uit. Daarna ontrollen zich de bekende gebeurtenissen uit het Achterhuis, alsof het de min of meer objectieve herinneringen van vader Frank zijn - in plaats van de gekleurde visie van Anne. Daardoor is Het dagboek van Anne Frank weer in een geschiedkundig kader gezet, en dat lijkt mij geen verbetering ten opzichte van de vorige voorstelling.
Maar die objectivering heeft ook nog een andere consequentie. Meer dan ooit is regisseur Arda Brokmann erin geslaagd de personages los te maken uit de vaak nogal eendimensionale beschrijvingen die Goodrich en Hackett aan het dagboek ontleenden. Dat valt vooral op bij figuren als Edith Frank (Josée Ruiter) en mevrouw Van Daan (Ellis van den Brink), die hier aanzienlijk genuanceerder - en dus ook sympathieker - zijn dan in eerdere versies. Een nieuw accent legt ze ook bij tandarts Dussel (Leo Hogenboom), wiens onbekendheid met het joodse geloofsleven voor het eerst goed duidelijk maakt dat veel joden niet alleen geassimileerd, maar ook geseculariseerd waren. Cléo Dankert, de na lange casting-sessies gevonden hoofdrolspeelster, is een geloofwaardige Anne, al kan zij niet voorkomen dat de 'juffrouw Snaterbek'-kant van haar rol op den duur vermoeit. Het is bijna onmogelijk in een voorstelling als deze ook de schrijfster van zulke verbazingwekkend gerijpte dagboekpassages te laten zien.
In elk geval heeft de regie zich met succes afgezet tegen de heiligheid van het onderwerp, die Toneelgroep Theater er in 1956 nog toe bracht het publiek via borden in de foyers te verzoeken niet te applaudisseren. De acteurs is kennelijk ingeprent de tragiek van het einde niet al vanaf het begin over hun spel heen te leggen. Op sommige luchtige momenten wordt zelfs onbekommerd komedie gespeeld. Het brok in de keel, bijvoorbeeld bij de blijdschap die D-day bij de onderduikers teweegbrengt, komt uiteindelijk toch wel.
Het stuk wordt gespeeld in een aan plakken gesneden grachtehuis, waarvan de onderdelen los op het toneel staan. Dat geeft - ten onrechte, dunkt mij - een ruimtelijk effect. Bij het gedreun van de nazi-laarzen aan het slot staan de spelers, met de rug naar de zaal en de armen geheven, in een verblindende schijnwerper te staren. De freeze die regisseur Jeroen Krabbé er in 1984 van maakte, toen het hele toneel in een zee van wit licht baadde, greep mij meer aan. Daarna stapt elk van de acteurs naar voren om de sterfdatum van zijn personage mee te delen. Even precies en nauwgezet als de hele voorstelling.