Kon. Elisabethzaal Antwerpen - vrijdag 26 maart 2010

Een jongere generatie kent Boudewijn De Groot misschien beter als Robert W. Nieuwman uit de serie Flikken, maar voor de doorwinterde muziekliefhebber blijft zijn naam onlosmakelijk verbonden met kleinkunstklassiekers uit de jaren 60 en 70 zoals Testament, Verdronken vlinder, Jimmy, … . Dat Boudewijn De Groot in Vlaanderen nog steeds op veel bijval mag rekenen, bewees een uitverkochte Elisabethzaal. Het waren niet alleen zestigers die hun goede jeugdherinneringen nog eens kwamen ophalen, maar er waren ook verrassend veel jonge fans die kwamen genieten van het talent van Boudewijn De Groot.

 

bron: http://concertbespreking.blogspot.com/2010/03/recensie-boudewijn-de-groot-kon.html


Boudewijn De Groot opende met het nummer “Noordzee” van 46 jaar geleden, uit het prille begin van zijn carrière. Solo en zichzelf begeleidend op zijn akoestische gitaar bracht hij ook nog “Woningnood” en “Vrienden van vroeger”. Dit was Boudewijn De Groot in zijn meest pure vorm: één man met zijn gitaar. Een tevreden toeschouwer vertrouwde me na de voorstelling toe dat hij dit deel eigenlijk het meest kon waarderen: “De fluweelzachte stem van Boudewijn De Groot heeft al die muzikanten eigenlijk niet nodig.”

Vanaf het vierde lied mochten de bandleden hun opwachting maken. “Meisje van 16” kreeg voor de gelegenheid toch een iets ander arrangement: het werd in ware klezmerstijl gebracht. Monique Lansdorp toverde wondermooie zigeunerklanken uit haar viool en Åke Danielson begeleidde haar daarbij op een elektronische klarinet. Het werd een lange, maar speciale versie van “Meisje van 16” waarbij heel duidelijk op te merken was dat de verschillende muzikanten en Boudewijn zelf goed op mekaar inspeelden.

Ook “Verdronken vlinder” kreeg een serieuze make-over. De tekst bleef uiteraard behouden zodat de fans hem konden meezingen, maar instrumentaal werd het een vrolijk deuntje. Vooral het duel/samenspel tussen Åke Danielson op accordeon en Ernst Jansz op mondharmonica maakte dat deze versie behoorlijk afweek van de normale, ingetogen uitvoering die we van Boudewijn De Groot gewoon waren. Net als ikzelf, kon ook het publiek deze vernieuwde versie goed smaken.

“Het Spaarne” is zeker ook een vermelding waard. Deze ballade voor een roemloze rivier die uitmondt in een zijkanaal werd vooral instrumentaal ook heel goed uitgevoerd. Terwijl Jan Hendriks zijn gitaar bespeelde en werd bijgestaan op viool, voelde je het Spaarne aanzwellen om even later zacht verder te kabbelen op de tonen van Ernst Jansz op piano. Wanneer Monique Lansdorp vervolgens terug kwam opzetten op viool, voelde je bijna de dreiging die van het water uitgaat. Dit hele scenario werd overgoten met de zachte stem van Boudewijn De Groot die het verhaal van deze rivier vertelde. Het resultaat was een wondermooie hommage aan een bijna onbekende stroom.

Tussen de verschillen de liedjes nam Boudewijn De Groot opvallend veel tijd op te vertellen over zijn vriendschap en samenwerking met Lennaert Nijgh, over hoe liedjes ontstonden en vanuit welk gevoel ze waren geschreven. Zo was het best leuk om te vernemen hoe “Malle Babbe” eigenlijk was ontstaan vanuit een misverstand van Lennaert Nijgh over een schilderij van Frans Hals. De vertolking van dit lied startte nogal melodramatisch op accordeon en kreeg vervolgens een vrolijker inslag toen uit de synthesizer de klanken van een honky-tonk piano kwamen. Het werd niet de verwachte, uitgelaten polonaise richting toog, maar er werd toch duchtig meegezongen.

Het tweede deel werd vooral gekenmerkt door het stukje dat Boudewijn De Groot zelf als “Klein Indië” bestempelde. In “Moeder”, “Ik ben een zoon” en “Achter glas” bezong hij de relatie die hij heeft met het huidige Indonesië. “Moeder” werd een ingetogen lied over het gemis van zijn moeder waarbij vooral de gamelan en de slide die Jan Hendriks voor zijn gitaar gebruikte voor de oosterse klanken zorgde. “Achter glas” klonk dan weer als een rasecht protestlied in de stijl van de jaren ’60. Boudewijn De Groot werd eigenlijk alleen bijgestaan door de elektrische gitaar en klonk zo als vanouds terwijl hij van leer trok tegen het onrecht dat hem en zijn familie was aangedaan in de Japanse interneringskampen in Batavia. De tekst was hard en het lied sneed zoals een protestlied dat moet doen. “Achter glas” had ook een zwaarmoedige tekst, maar de muziek klonk hier vrij vrolijk. Een ukelele en de steeldrums van de synthesizer zorgden voor de tropische sfeer. Ernst Jansz mocht dit blok afsluiten met zijn “Ballade van Nina Bobo”.

“Parijs, Berlijn, Madrid” werd een vrolijke, vlotte versie waarbij de banjo en de accordeon een folk-tintje gaven. “Berlijn” verraste met een hevige tempowissel. Het lied startte met een zacht, klassiek deuntje op viool en piano om vervolgens over te gaan in een zachte melodie met een strijkersensemble dat door de synthesizer gesimuleerd werd. Plots komt er een heel stevig en dreigend tussenstuk waarbij de spots rechtstreeks naar het publiek werden gericht voor een dramatisch effect om vervolgens weer tot rust te komen wanneer alleen de klank van de piano overbleef. Het was niet verwonderlijk dat Boudewijn De Groot zoveel tijd nodig heeft gehad om deze tekst van Lennaert Nijgh van de gepaste muziek te voorzien.

Als afsluiter werd “Testament” gebracht in een aangepaste versie. Deze lieveling van het publiek werd voor de gelegenheid in een middeleeuws jasje gestoken: piano werd vervangen door klavecimbel en het glockenspiel en de mandoline maakten de klank compleet. Het zal u waarschijnlijk niet verbazen dat ook dit icoon uit ons Nederlandstalige muziekarchief door het publiek naar hartenlust werd meegezongen.

En met de zin: “Dat zijn mijn goede jeugdherinneringen, die neem je mee zolang je verder leeft” was het einde van de voorstelling aangebroken. Voor het minder jonge deel van het publiek was het een herbeleven van hun mooie jeugdherinneringen en voor de jonge generatie was het de creatie van een mooie jeugdherinnering. Hoe dan ook: de herinnering aan dit mooie optreden nemen ze mee zolang ze verder leven.

< Sascha Siereveld > voor concertnieuws.be

De setlist:

Deel 1:

1. Noordzee
2. Woningnood
3. Vrienden van vroeger
4. Meisje van 16
5. Naast jou
6. Ballade van de vriendinnen van een nacht
7. Het land van koning Jan
8. Verdronken vlinder
9. Aeneas nu
10. Het Spaarne
11. Malle Babbe

Deel 2:

1. De vondeling van Ameland
2. Moeder
3. Ik ben een zoon
4. Achter glas
5. De ballade van Nina Bobo (Ernst Jansz)
6. Metamorfose
7. Spelende meisjes
8. Berlijn
9. Parijs, Berlijn, Madrid
10. De reiziger
11. Testament

Bis:

1. Terug van weggeweest
2. Vrijgezel
3. Ballade van de onsterfelijkheid