Haarlems dagblad 13 mei 2014
Door Jan Vriend
HAARLEM - De reiziger is thuis: morgen is het precies vijftig jaar geleden dat Boudewijn de Groot zijn eerste liedjes op de plaat zette. Hij viert dit jubileum twee dagen lang met uitverkochte optredens in Haarlem. Afscheidsconcerten, maar noem het geen definitief vaarwel.
Nee, hij stopt niet met optreden. Maar toch is het een afscheid, omdat Boudewijn de Groot een punt zet achter zijn grote tournees. ,,Daarna zal ik mijn optredens drastisch beperken’’, kondigt hij aan. ,,Misschien een gezelligheidstourtje van een paar weken. Stel je voor dat het bloed wil kruipen...’’
Dat de troubadour volgende week zeventig wordt, weerhoudt hem er niet van om actief te blijven. ,,Ik zal liedjes blijven schrijven en zingen.’’ Hij blijft dus op de podia te zien, al zullen de optredens incidenteler, korter en intiemer worden.
En jawel: ook werkt hij weer aan een nieuw album, dat komend najaar zal verschijnen. Verder mijmert hij over het schrijven van een boek. ,,Geen autobiografie, maar fictie’’, noteert hij op zijn website. ,,Wie weet gaat me dat een keer lukken - later, als ik groot ben.’’
Hij mag dan een punt zetten achter zijn tournees, toch blijft zijn repertoire klinken in de theaters. Zo is er volgend jaar een musical in de Nederlandse schouwburgen te zien met de titel ’Onder de groene hemel’. De voorstelling is gebaseerd op de mooiste liedjes. van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh. Het verhaal draait om een keurig gymnasiummeisje (Sophie Veldhuizen) dat een vrijgevochten kunstenaar (Thomas Cammaert) ontmoet. Hij is de spil van een hippie-kolonie in het Amsterdamse Vondelpark. René van Kooten is als verteller de spil van de voorstelling. Marcel de Groot, inderdaad: zoon van, heeft de muzikale leiding van het project. De première vindt plaats op 29 januari 2015 in de Stadsschouwburg Haarlem. Een bijzondere datum, want die dag zou Lennaert Nijgh zeventig jaar zijn geworden.
Boudewijn is een geweldige componist
Astrid Nijgh, zangeres en ex-vrouw van tekstschrijver Lennaert Nijgh
Favoriete Boudewijn-liedjes: ’Eva’, ’Malle Babbe’ en de ’Pastorale’. ,,’Eva’ omdat de thematiek dicht bij me staat. ’Malle Babbe’ omdat je daarin hoort dat hij een geweldige componist is. Ik zing het altijd bij mij optredens. Het is steevast een klapper. Ook de ’Pastorale’ ontroert me iedere keer opnieuw. Dat zit muzikaal zó prachtig in elkaar. In dat nummer hoor je zijn kracht als componist. Omdat ik zelf ook muziek schrijf, weet ik hoe moeilijk het is om zoiets te maken.’’ ,,Als vakman waardeer ik hem zeer. Als privépersoon sta ik verder van hem af. Hoewel Boudewijn een tijd bij Lennaert en mij in huis woonde, heb ik hem nooit goed leren kennen. Wij drongen niet tot elkaar door. Per ongeluk heeft hij mijn loopbaan als artiest wél een flinke duw gegeven. Het was in de tijd dat hij een writers block had. Er kwam even niks uit zijn handen. Lennaert had toen de tekst van ’Ik doe wat ik doe’ geschreven, voor Jenny Arean. Alleen moest er nog een melodie bij. Normaal zou Boudewijn die hebben gemaakt, maar deze keer moest ik het maar doen, zei Lennaert. Dus ik ben gaan pielen met mijn gitaar. Kort daarna heb ik het op de plaat gezet. Het is mijn bekendste hit geworden.’’
Hij gaf mijn loopbaan een nieuwe impuls
Rob de Nijs, zanger en vertolker van Boudewijn de Groot-repertoire
Favoriet Boudewijn-lied: ,,Jimmy. Zonder twijfel. Het heeft een gouden tekst en een swingende melodie. Het lied betekende een revelatie voor de Nederlandstalige popmuziek.’’
Hoe moest het verder met Rob de Nijs, rond 1972? Hij was in de jaren zestig een tienerster geweest met commerciële hitjes, maar die succestijd was voorbij. Zijn platenmaatschappij wilde al met hem stoppen. ,,Het werd leuren om aan de bak te komen’’, herinnert de zanger zich. Tot Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot voor hem gingen schrijven en Boudewijn hem ook als producer ging begeleiden. Dat leverde nieuwe successen op als ’Malle Babbe’, en ’Jan Klaassen De Trompetter’. ,,Boudewijn gaf mijn loopbaan daarmee een nieuwe impuls. Ze werden vrienden. Wat hen bond? ,,In die tijd waren we allebei nogal met de meisjes in de weer. Op dat vlak klikte het enorm. Al was hij natuurlijk anders dan ik. Toen hij zag dat ik bij concerten met mijn leren pak indruk maakte op de dames, vroeg hij waar ik dat pak had laten maken, maar hij heeft zo’n creatie nooit aan gehad. Het paste natuurlijk niet bij zijn imago. Hij is en blijft toch vooral de serieuze, filosoferende troubadour.’’
Hij zette me op het spoor om te gaan schrijven
Jan Dulles, zanger en tekstschrijver van de 3JS.
Favoriete Boudewijn-liedjes: ’Het land van Koning Jan’ en ’Malle Babbe’.
,,Ik was veertien toen ik in de kroeg het lied ’Tante Julia’ hoorde en ik was meteen gefascineerd door de mooie tekst. Die viel op tussen alle goedkope Nederlandse ’feestmuziek’ die ik gewend was ik de jaren tachtig. Ik kwam erachter dat het een nummer van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh was en dat bijvoorbeeld ook de nummers ’Het land van Maas en Waal’ en ’Malle Babbe’ van hun hand waren. Niet zomaar songteksten maar prachtige, aangrijpende verhalen! Toen ik me erin verdiepte, leerde ik hun werk steeds beter kennen, wat me onbewust op het spoor zette om later ook Nederlandstalige teksten te gaan schrijven.’’
,,Vorig jaar was ik bij het concert van Boudewijn in Carré. Daar hoorde ik voor het eerst het lied ’Het land van Koning Jan’. Ook zo’n juweel. Ik was zó geëmotioneerd door het nummer dat ik de volgende drie liedjes niet bewust heb gehoord omdat ik ontdaan was achtergebleven in het land van Koning Jan. Dat is wat de liedjes van Boudewijn bij mij veroorzaken.’’
,,Ik zal nooit vergeten dat Boudewijn in 2012 het eerste exemplaar van ons album ’4 Elementen’ aan ons uitreikte. Hij had echt heel goed naar het album geluisterd en sprak zijn waardering uit voor bepaalde tekstvondsten, met in het bijzonder de tekst van het lied ’Godvergeten’. Trotser heb ik me zelden gevoeld.’’
Boudewijn staat in dienst van zijn muziek
Frits Spits, radiomaker. Bekend van ’De Avondspits’ en ’Tijd voor Twee’. Presenteert nu ’De Taalstaat’.
Favoriete Boudewijn-nummers: ’Avond’, en ’De Vondeling van Ameland’
,,Ik was een jongen van zeventien toen ik Boudewijn voor het eerst zag optreden in een evenementenhal in Eindhoven, waar ik opgroeide. Het was de tijd van de hippie-cultuur. Zoals Peter Koelewijn de rock ’n roll in Nederland introduceerde, zo brachten Boudewijn en Lennaert Nijgh het genre van de singer-songwriters naar ons land. Zij zaten op de lijn van Bob Dylan. Daarmee zijn ze van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de Nederlandstalige popmuziek. Latere generaties plukten daar de vruchten van.’’
,,Boudewijn is een man van weinig opsmuk. Een stille, bescheiden man, in dienst van zijn muziek. Altijd geloofwaardig, altijd vernieuwend. Ik ken hem als een scherpzinnige denker die indruk maakt met sterke teksten en knap geschreven muziek. Hij zal nooit kunstgrepen uithalen om in de publiciteit te komen, maar hij dwingt de aandacht of door zijn klasse. Zijn werk is zó goed dat ik het graag als bouwsteen van mijn programma’s gebruik. Want wat hij maakt, draagt altijd bij aan de kwaliteit van de uitzending.’’