http://www.rtlnieuws.nl/boulevard/entertainment/afscheid-boudewijn-de-groot-van-grote-zalen

Boudewijn de Groot heeft woensdagavond in de Haarlemse Philharmonie zijn laatste grote theatertournee afgesloten. Na het slotapplaus werd de zanger verrast op een kunstwerk van Eric J. Coolen en Michaëla J. Bijlsma. Dat kreeg hij uit handen van radiopersoonlijkheid Frits Spits. De platenmaatschappij eerde De Groot, die volgende week zijn zeventigste verjaardag viert, met een Lifetime Achievement Award.

Eigenlijk was De Groot een jaar geleden al van plan om een punt achter de grote en vermoeiende tournees te zetten. Maar de belangstelling bleek zo groot, dat hij besloot er nog een seizoen aan vast te plakken. En ook al die concerten verkochten weer uit. Uiteindelijk bleek het afscheid van de grote podia deze week ook samen te vallen met het vijftigjarige jubileum van De Groots allereerste plaatopname Strand, in het voorjaar van 1964.
 
Tijdens de tournee, die als titel ‘Vaarwel, misschien tot ziens’ had, zong Boudewijn de Groot zowel zijn grootste successen uit de jaren zestig als recent werk. De zanger kende drie succesperiodes: in de jaren zestig werd hij bekend met liedjes als Meisje van zestien, Testament en Land van Maas en Waal, die hij allemaal samen met tekstdichter Lennaert Nijgh schreef. Na een paar jaar uit beeld te zijn verdwenen kwam hij in 1973 terug met het album Hoe sterk is de eenzame Fietser en de hit Jimmy. Halverwege de jaren negentig beleefde de zanger opnieuw een comeback die nogmaals drie zeer succesvolle albums en het tot een evergreen uitgegroeide nummer Avond opleverde.
De titel van zijn laatste tournee laat doorschemeren dat De Groot het stoppen met grootschalige concerten niet als definitief afscheid beschouwt. Niet alleen is hij van plan om in een meer intieme sfeer op te blijven treden, maar ook werkt hij aan een nieuw album. "De tijd van de grote, door Lennaert Nijgh geschreven jaren zestig hits is echter voorbij", zei hij in zijn dankwoord aan het publiek. Als hij weer voor publiek gaat zingen, zullen dat vooral zijn eigen teksten zijn.
ANP