Filmkrant
Juni 1995, nr 157
Pathologische jaloezie in een B-film
AfFair play heet de film waar producent Matthijs van Heijningen zijn naam aan heeft verbonden. Filmmaker en scenarioschrijver Roeland Kerbosch regisseerde deze voornamelijk in het Engels opgenomen 'romantische thriller'. De makers rekenen vooral op buitenlands succes. Is Nederland verloren voor de vaderlandse film?
Schat het Nederlandse publiek de kwaliteiten van Kerbosch juist in? Zijn vorige film Voor een verloren soldaat werd volgens 's Neerlands bekendste filmproducent elders meer gewaardeerd dan hier. Het is sowieso het buitenland waar volgens Van Heijningen de toekomst van de Nederlandse film ligt. Want, weet hij uit ervaring, projecten die zich uitsluitend op de Nederlandse markt richten, zijn financieel nauwelijks nog rond te krijgen. Het vaderlandse afzetgebied is te klein. Dat is geen nieuw gegeven. Iedereen is ervan doordrongen dat het slecht gaat met de Nederlandse film. Heel slecht zelfs, en zolang dat maar vaak genoeg wordt herhaald, blijft het ook slecht gaan.
Waar het heen moet met de Nederlandse film? Niemand die het weet. Recent werd daarover naar aanleiding van Jos Stellings De vliegende Hollander weer eens heftig gediscussieerd, maar meer dan een wirwar aan meningen leverde dat niet op. Een eenduidig antwoord is ook niet mogelijk, want daar zijn de Nederlandse films in thematiek, budget en beoogd publiek te divers voor.
B-film
AfFair play zoekt, zoals eerder Ben Verbongs De flat, nieuwe wegen voor de Nederlandse film als commercieel interessant produkt. De film is gemaakt met de intentie er ook, of juist, bij een groot (buitenlands) publiek mee te scoren. Het is een toegankelijke film, met een niet te moeilijk, universeel thema - jaloezie - een overzichtelijke plot-met-spanning-en-sensatie, veel bloot, mooie mensen, glamourachtige locaties en een prettige vormgeving.
Derek de Lint speelt de rijke, door het verleden getekende diamantair Alex Witsen vlekkeloos. De vrouw waarop hij verliefd wordt, de beeldschone Lisa (Lysette Anthony), doet hem sterk denken aan zijn vroegere vriendin, die door zijn toedoen is omgekomen. Na een paar weken trouwen ze, maar weldra blijkt dat Alex door zijn pathologische jaloezie niet in staat is tot een normale relatie. Om zichzelf te genezen en zijn relatie te redden, bedenkt hij een list waarmee hij alles op het spel zet.
AfFair play is van begin tot het eind een uiterst onderhoudende film, maar wel één die je direct weer bent vergeten en waarin alleen de Amsterdamse grachten doen vermoeden dat het een Nederlandse film is. In een recent interview zegt Derek de Lint dat er in ons land meer B-films gemaakt zouden moeten worden, want: "Dan zouden we jonge talenten een kans kunnen geven en aan het métier kunnen slijpen tot we het filmvak volledig onder de knie hebben. Nu hangt alles af van twee, drie grote speelfilms per jaar." Hij heeft volkomen gelijk. Als we AfFair play zien als zo'n B-film, is het een uiterst geslaagde poging. Maar laat dit soort films zich naast de Nederlandse film ontwikkelen, niet in plaats van. Het commerciële succes dat deze B-films eventueel opleveren, kan dan worden aangewend voor de verdere ontwikkeling van de Nederlandse kwaliteitsfilm.
Cynisme
Wat een Nederlandse kwaliteitsfilm is? In ieder geval een film die iets weerspiegelt van de specifieke cultuur waarin we hier leven. Thema's, locaties en spelers moeten aansluiten bij de Nederlandse belevingswereld, zodat je je als toeschouwer in meer of mindere mate kunt identificeren. Het zijn films met een visie, omdat er ook nog zoiets bestaat als een culturele verantwoordelijkheid van de maker tegenover zichzelf en het publiek. Het is volstrekt zinloos om onze culturele identiteit in te leveren voor gladgeslepen produkties, waarmee we Hollywood toch nooit kunnen evenaren. Het heeft niet alleen te maken met geld, maar ook met een mentaliteitsverandering. Het cynisme waarmee de discussies over de vaderlandse filmsituatie worden gevoerd, is dodelijk. Dat wil niet zeggen dat filmcritici elke Nederlandse film de hemel in moeten prijzen, juist niet. Het gaat meer om het lef van de makers en de producenten om achter hun films te staan. In dat geval mag van de critici en het publiek een eerlijk oordeel worden verwacht, zonder de laatdunkendheid waarmee ze zich doorgaans uitlaten over films van nationale makelij.
Denise van Laar
AfFair play
Nederland, 1995.
Produktie: Matthijs van Heijningen.
Regie: Roeland Kerbosch.
Scenario: Bastiaan Gieben, Roeland Kerbosch, op basis van een toneelstuk van Dimitri Frenkel Frank.
Camera: Nils Post.
Geluid: Ludo Keeris.
Montage: Ewout Hendriksen, Ot Louw.
Muziek: Laurens van Rooyen.
Met: Derek de Lint, Lysette Anthony. Bill Sage, Ann Hasekamp.
Distributie: Concorde Film.