Als ik dood ben
B. de Groot, J. Rot als ik dood ben ga ik niet naar de hemel als ik dood ben dan blijf ik bij jou zoek een hoekje genesteld in je lichaam en blijf je daar zolang je leeft zelfs in gedachten trouw als het morgen wordt zal ik je wekken met de zon op je gezicht al jaagt de regen door de straat de tafel voor het ontbijt zul je zelf moeten dekken maar ik kijk naar jou want ik zit dan op de stoel die naast de jouwe staat als je buiten komt zul je me herkennen in iedere argeloze vlinder iedere roekeloze kraai ik ben het zonlicht op het koren het blauw boven de vennen ik streel je haar als ik met de wind meewaai ach, een ander er komt beslist een ander maar ’t is goed ik trek me tijdelijk even terug en misschien kijk ik heimelijk mee over zijn schouder en sla met jou mijn nagels in zijn rug als ik dood ben ga ik niet naar de hemel er liggen daar geen dingen in ’t verschiet en dan wandelen we samen eens per jaar naar ’t kerkhof want ik lig daar wel maar ik ben er niet als ik dood ben ga ik niet naar de hemel het leven daar heeft geen enkele zin nee ik blijf hier al zou ik moeten dwalen zonder jou, zonder jou ga ik de hemel niet in (Tekst: Jan Rot – muziek: Boudewijn de Groot) |