De egel en de uil
J. v.d. Steen, B. de Groot het was mistig in Het Grote Bos een dichte nevel tussen de bomen de egel schuifelde langzaam voort in de hoop goed thuis te komen hij keek vertwijfeld om zich heen en slaakte een grote gaap hij zei: ik ben de weg kwijt, ik moet naar huis het is tijd voor mijn winterslaap ik ben bang dat het zo donker wordt als ik niet opschiet kom ik slaap tekort goedemiddag, klonk opeens een stem, bent u de weg soms kwijt een vieze soep die dichte mist het geeft alleen maar narigheid mijn naam is Knap, vervolgde hij, ik ben een uil en heel geleerd ik denk veel na en kan heel veel dus ik doe nooit iets verkeerd de reden waarom ik zoveel weet is dat ik zelden iets vergeet ojee ojee wat is-ie weer pedant blaaskakerig breedsprakerig en vreselijk arrogant sta toe, zei de uil, dat ik een voorbeeld geef van mijn enorme kennis ik weet bijvoorbeeld wat het verschil tussen een kastanje en een den is en vraagt u mij: wat is een vliegenzwam dan zeg ik: een rode paddenstoel ze zijn heel giftig dus pas goed op als u begrijpt wat ik bedoel nog een voorbeeldje van mijn genie: de som van één en twee is drie de egel dacht: ik word niet goed van deze arrogante prater ik moet nog een heel eind lopen en het wordt almaar later hij draaide zich om en schuifelde voorzichtig langs het pad steeds verder weg van de boomstronk waarop de uil te oreren zat al pratend keek de uil om zich heen en zag nog net hoe de egel in de mist verdween ojee, mompelde de uil beduusd, ik ben weer iets vergeten net als gisteren met die muis: die egel had ik op moeten eten zo zie je maar: al is men nog zo geleerd en denkt men alles te weten soms doet men wel eens iets verkeerd ojee ojee wat was die uil pedant blaaskakerig breedsprakerig en vreselijk arrogant (Haarlemmer Hout en Heemstede, 11-12-2022 / 25-2-2023) (Muziek: Jaco van der Steen / tekst: Boudewijn de Groot) |