De bok en de geit
J. v.d. Steen, B. de Groot weet je wat ik heel graag doe, zei de bok tegen de geit, af en toe eens lekker klagen dan voel ik me zo bevrijd bijvoorbeeld als het regent en ik moet de wei weer in dan denk ik: waar is dat nou voor nodig wat heeft dat nou voor zin dan blijf ik liever in de warme stal daar is toch hooi genoeg vooral als het ‘s morgens nog donker is dat vind ik veel te vroeg klagen klagen klagen klagen al ga je nog zo tekeer niemand luistert, iedereen zegt: daar heb je die zeurpiet weer de geit dacht er het hare van en mompelde: wat een stakker hij gedraagt zich als een ouwe zeur of als een verwende kakker dus zei ze tegen de bok: schei uit zit niet zo te zeuren dan sta je even in de regen boeien, wat kan er nou gebeuren het is heel verfrissend af en toe wat regen op je kop je bent weer erg recalcitrant je hebt de bokkenpruik weer op klagen klagen klagen klagen al ga je nog zo tekeer niemand luistert, iedereen zegt: daar heb je die zeurpiet weer de geit zei: ga lekker de wei in, bok het is heerlijk weer de lucht is blauw en hou op met dat domme gezeur ik krijg een sik van jou klagen klagen klagen klagen al ga je nog zo tekeer niemand luistert, iedereen zegt: daar heb je die zeurpiet weer klagen klagen klagen klagen daar schiet je niets mee op je stoort er andere mensen mee en krijgt een zure kop (Haarlemmer Hout, 23 augustus 2023) (Muziek: Jaco van der Steen / tekst: Boudewijn de Groot) |