De Tuin der Lusten
Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot
Een twee. De tijden veranderen sneller dan ooit, vandaag kan al gisteren wezen. Wat morgen gebeuren gaat, weet niemand ooit, misschien valt het ergste te vrezen. De koepel van bloemen, de bol van kristal, zij kunnen de liefde bewaren. De lijst om de wereld is breekbaar en smal, kom hier en vergeet de gevaren. Draag de bonte druiventros rijdend op fluwelen dieren, waait de wind je haren los, aaahh. Gezichten in bloemen, ze kijken je aan, kom kruip in een schelp met zijn tweeën. Er vliegen nog zwaluwen uit de vulkaan en hoog om de roze moskeeën. Kom spring in het water en duik in de zee, verberg je in het brons van de bomen. Een vogel brengt vruchten en wijn voor ons mee, zolang we het lot nog ontkomen. Draag de bonte druiventros rijdend op fluwelen dieren, waait de wind je haren los, aaahh. Er vliegt in de hemel een vogel voorbij, ga mee op zijn rug naar het zuiden en wuif met een palmtak de wolken opzij zodat je de klokken hoort luiden. Nu plukken we samen nog bloemen in het gras en leven als goden in vrede. Maar ginder al strooien skeletten met as en wonen in brandende steden. Draag de bonte druiventros rijdend op fluwelen dieren, waait de wind je haren los, aaahh. |