Piazza Di Chirico
B. de Groot, B. van Ede hij was begonnen aan een reis waar hij het doel van was vergeten waar hij naartoe ging wist hij niet hij wilde van geen bestemming weten zij zat in de schaduw van de bomen op het plein en ze vroeg hem: als je liefde zoekt wat zal het denk je zijn en hij zei: liefde is een droom waaruit je altijd weer ontwaakt liefde was je zelf tot je jezelf was kwijtgeraakt liefde was liefde was ze keek hem aan vanaf haar bankje in de schaduw van de bomen een silhouet dat aan hem vroeg: en hoever ben je al gekomen hij begon haar te vertellen van het wezen van de tocht dat het ging om onderweg zijn niet om te vinden wat je zocht en zij zei: liefde is een reis waar alles mee begint maar liefde is ook het hart je stond er zelf toen middenin liefde is liefde is en nu herkende hij haar pas hoe ze daar zat onder de bomen alsof ze altijd had verwacht dat hij hier eens voorbij zou komen ooit zijn zij vertrokken maar ze kwamen nergens aan hij liet haar achter zoveel jonger is toen zelf op reis gegaan en nu in de warme stille lucht van het witte lege plein klonk de vage verre echo van wat liefde dan moest zijn liefde is een droom waaruit je altijd weer ontwaakt liefde was je zelf tot je jezelf was kwijtgeraakt liefde was liefde was liefde is een reis waar alles mee begint maar liefde is ook het hart je stond er zelf toen middenin liefde is liefde is (Tekst: Bies van Ede) |