Lente
B. de Groot, P. Colpaert de lente zoekt m'n arme straat maar heeft verkeerd gekozen er staat geen wilg en geen plataan geen tulpen geen gazon maar achter glas staat schaamteloos de vaas met plastic rozen die groeien zonder lente ook als 't moet zelfs op beton de lente zoekt m'n arme straat maar zal erin verdwalen er groeit geen struik geen boterbloem die zich hier plukken laat en zelfs al zou ze radeloos de duivel er voor halen dan groeide er nog geen onkruid in mijn machteloze straat de lente zoekt m'n arme straat maar vindt er slechts de scherven van ijs dat nauwelijks ontdooid voor de zon verborgen lag hoe mooi klonk het in Brel z'n lied: "het is zo moeilijk sterven als het lente is" maar niet voor wat nog nooit een lente zag de lente vindt m'n arme straat maar kan er niets beginnen het groene mos dat schaduw zoekt houdt nog wat evenwicht dan gaat ze moe en moedeloos een bloemenwinkel binnen waar elke snijbloem troosteloos een klap is in ‘t gezicht de lente in een kille straat kan nooit op lente lijken zolang het grauw en koud beton slechts minachting verraadt ofwel moet ik ik weet het niet met andere ogen kijken die meer de kleur van 't leven zien en verder dan m’n straat m’n arme straat (Tekst: Peter Colpaert) |