De muis en de uil


J. v.d. Steen, B. de Groot

toen een klein muisje door het bos wandelde
zag hij daar een grote bruine uil
die met gesloten ogen op een boomstronk zat
als op de voet van een oude Griekse zuil
de muis schrok even maar bleef toch staan
en dacht: is die uil nou aan het pitten
hij keek hem een tijdje voorzichtig aan
en vroeg toen: wat zit u daar te zitten

de uil draaide zijn hoofd opzij
streek met zijn snavel langs zijn veren
keek toen de muis met één oog aan
en sprak: ik ben aan het mediteren
de muis vroeg: en wat doe je dan
als je mediteert
de uil antwoordde: dan denkt men na
want zo wordt men heel geleerd
dat doe ik dus het liefste hier
op deze fraaie zuil
ik ben inmiddels heel erg wijs
maar ja ik ben dan ook een uil

de meeste dieren in het bos
vinden het maar een rare grap
ze zeggen dan als ze mij zo zien:
kijk daar heb je uiltje Knap
dan denk ik: ach ze zijn te dom
ze zullen het nooit leren
zo, genoeg gepraat loop nu maar door
want ik moet weer mediteren
de muis vervolgde snel zijn weg
hij rende met een draf
en dacht blij en heel erg opgelucht:
oeh! daar kom ik goed vanaf

de uil schrok op van zijn gemediteer
en mompelde: ik ben wat vergeten
wat ben ik toch ontzettend dom
die muis had ik op moeten eten

zo zie je maar dat denken en leren
heel goed zijn om heel veel te weten
maar neem zo nu en dan de tijd
om ook eens wat te eten

neem de tijd
om te eten

neem de tijd




Curiosa 2022 : Soms als ik een vlinder zie