Het lied van de merel


J. v.d. Steen, B. de Groot, B.de Groot

toen ik door het raam naar buiten keek
zat er een merel op de schuur
‘t was midden in de zomer
zo tegen het avonduur
als de dag ten einde loopt
zingen ze vaak het hoogste lied
dat doen ze voor het slapen gaan
want ‘s nachts hoor je ze dus niet

ik dacht: zou het niet bijzonder zijn
als ik mee kon doen met hem
dan zingen we samen een vrolijk lied
hij de eerste ik de tweede stem
ik wachtte tot hij zingen zou
maar er gebeurde niets
hij keek me alleen maar zwijgend aan
dus ik riep: hé zing nou iets

en toen ik zelf een lied begon
keek hij zwijgend om zich heen
merels zingen, neem ik aan,
het liefste helemaal alleen
dus als je ze iets voor gaat doen
dan zwijgen ze subiet
of ze vliegen weg en
zingen ergens anders hun eigen lied

de merel zingt
wanneer hij wil
de merel zingt zijn eigen lied
en zingt hij niet
dan blijft het stil
wie niet horen wil
die luistert niet

de merel heeft
zijn eigen wil
en kent geen wet van woord of maat
zelfs de natuur
laat hem vrij
de merel is een zanger
die zich niet dwingen laat

toen we even later
beneden aan tafel gingen
hoorde ik de merel in de verte
zijn eigen liedje zingen




Curiosa 2022 : Soms als ik een vlinder zie