Alleen zijn
J. v.d. Steen, B. de Groot soms denk ik wel es bij mezelf: was ik maar alleen helemaal geen mensen meer dus niemand om me heen niemand die tegen me zei: je moet dit of dat altijd lekker op mezelf ja dat lijkt me wel wat maar toen ik laatst een hele tijd alleen was kreeg ik in de gaten dat er al heel lang niemand was met wie ik wat kon praten en voor ik het wist stond ik een beetje triest uit het raam te turen en dacht: alleen zijn is misschien wel leuk maar het moet ook niet al te lang duren alleen is maar alleen dat is niet altijd prettig vooral niet als je pijn hebt of wat verdrietig bent alleen is maar alleen alleen wordt heel gauw eenzaam altijd maar alleen zijn ik denk niet dat je daaraan went ik liep een keer alleen op straat met allemaal mensen om me heen en ik dacht: hoe zou het zijn als iedereen opeens verdween geen auto’s meer geen fietsers meer maar een volkomen lege straat dat is misschien wel cool en chill maar ook wel lastig vroeg of laat want als je echt alleen bent en dan bedoel ik dus alle dagen je weet niet meer waar je het zoeken moet en er is niemand om het aan te vragen dan zit je in je kamer en je denkt: waar zou iedereen heen zijn dan voel je je steeds verdrietiger en dat is dus alleen zijn alleen is maar alleen dat is niet altijd prettig vooral niet als je pijn hebt of wat verdrietig bent alleen is maar alleen alleen wordt heel gauw eenzaam altijd maar alleen zijn ik denk niet dat je daaraan went ik liep laatst op de grote hei daar kwam ik iemand tegen gelukkig was de zon er weer na negen dagen regen ze zei: hallo wat leuk dat je hier loopt ik heet Ireen loop je een stukje met me mee dan ben ik niet zo alleen alleen is maar alleen dat is niet altijd prettig vooral niet als je pijn hebt of wat verdrietig bent alleen is maar alleen alleen wordt heel gauw eenzaam altijd maar alleen zijn ik denk niet dat je daaraan went |