Ezelsbrug
J. v.d. Steen, B.de Groot op de linkeroever stond een boerderij op de rechteroever stond een koe de koe moest naar de boerderij maar ze wist niet hoe naast haar stond een grote stier een beetje voor zich uit te staren de koe mopperde: aan hem heb ik niks want ik vind hem maar een rare hij staat daar maar de hele dag en hij zegt geen bah of boe ik moet nodig gemolken worden en de boer komt maar niet naar me toe in de wei stond ook een ezeltje klein en dik en grijs die hoorde dat en dacht diep na want dat ezeltje was heel wijs hij stootte zich bijvoorbeeld nooit twee keer aan dezelfde steen want toen hij dat ooit deed dacht hij: daar loop ik voortaan maar omheen hij zei dus tegen de koe: als jij naar de overkant moet dan heb ik wel een goed idee ik zal je zeggen hoe je dat doet de ezel nam een stel palen wat planken en een touw en zei toen tegen de koe: moet jij es kijken wat ik hier bouw hij sloeg wat palen in de bodem van de modderige sloot bond er de planken aan vast en wees triomfantelijk met zijn poot kijk, zei hij, zo doe je dat en vergeet het nu nooit meer de volgende keer bouw je zelf een brug want ik doe het niet nog een keer het ezeltje had namelijk een bruggetje gebouwd over de sloot in het boerenland en zo kon de koe dus veilig en wel naar de boer in de boerderij aan de overkant dus als je iets onthouden moet want je denkt steeds: eh, hoe was het ook alweer dan bouw je gewoon een ezelsbrug en dan vergeet je het niet meer |