De kat Schaduw
J. v.d. Steen, B. de Groot er lag een kat in de vensterbank in de zon met een krant op zijn kop tegen de zon en zijn ogen dichtgeknepen tegen de zon en die kat heette Schaduw hij maakte geen geluid als-ie liep en je hoorde nooit miauw of gespin of gepiep en hij kwam nooit tevoorschijn als je hem riep en daarom heette hij Schaduw hij was heel groot en dik en zwaar en hij had feloranje haar dat is natuurlijk wel wat raar als je Schaduw heet hij leefde het liefste ‘s avonds laat als iedereen naar bed toe gaat dus dan is het wel zo adequaat dat je Schaduw heet dus zie je een kat op de vensterbank in de zon met een krant op zijn kop tegen de zon en zijn ogen wat dichtgeknepen tegen de zon dan weet je: dat is Schaduw en dan zeg je gewoon: hallo Schaduw blijf maar lekker liggen in de schaduw dag Schaduw |