Zoete woede
Boudewijn de Groot/George Kooymans Hij zocht het gat van de deur En vond een halfopen raam Hij zag de vrije natuur En hoorde zachtjes zijn naam Het was de stem van de tijd Die zei: kom buiten maak voort Voordat 't verleden je grijpt En je onschuld vermoordt Hij klom naar buiten en zag Dat er verschil was met toen Er waren wegen te gaan Er waren dingen te doen Ze liep hem zwijgend voorbij Haar blik naar binnen gericht En aan het eind van de straat Verdween ze uit het gezicht Zoete woede Zoete woede Zoete woede Bittere lach Er waren dagen van zon Er waren jaren van pijn Er waren nachten van liefde Er was verraad en venijn Er waren kreten van hartstocht Van alle schaamte bevrijd Ooit was de liefde voor eeuwig Nu liep ze hem zwijgend voorbij Zoete woede Zoete woede Zoete woede Bittere lach Hij vond zichzelf op het plein En zocht een zonnig terras Hij keek een tijd om zich heen En naar de wijn in zijn glas Er waren dingen te doen Er waren wegen te gaan Vanaf een ander terras Keek ze hem woordeloos aan Zoete woede Zoete woede Zoete woede Bittere lach Er waren wegen te gaan Er waren dingen te doen Er waren wegen te gaan Er waren dingen te doen Er waren wegen te gaan Er waren dingen te doen Zoete woede |