Verdronken vlinder
Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot Zo te sterven op het water met je vleugels van papier, zo maar drijven na het vliegen in de wolken drijf je hier. Met je kleuren die vervagen, zonder zoeken, zonder vragen. Eindelijk voor altijd rusten met de bloemen die je kuste. Geuren die je hebt geweten, alles kan je nu vergeten, op het water wieg je heen en weer. Zo te sterven op het water met je vleugels van papier. Als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht, als een vlinder, altijd vrij en voor het leven op de vlucht, wil ik sterven op het water, maar dat is een zorg van later. Ik wil nu als vlinder vliegen, op de bloemenblaren wiegen. Maar zo hoog kan ik niet komen, dus ik vlieg maar in mijn dromen. Altijd ben ik voor het leven op de vlucht, als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht. Om te leven, dacht ik, je zou een vlinder moeten zijn, om te vliegen heel ver weg van alle leed en alle pijn. Maar ik heb niet langer hinder van jaloers zijn op een vlinder. als zelfs vlinders moeten sterven, laat ik niet mijn vreugd' bederven. Ik kan zonder vliegen leven, Wat zal ik nog langer geven om een vlinder die verdronken is in mei? Om te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn. |