Het Land van Maas en Waal
Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot Onder de groene hemel in de blauwe zon speelt het blikken harmonie orkest in een grote regenton. Daar trekt over de heuvels en door het grote bos de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch. En we praten en we zingen en we lachen allemaal, want daar achter de hoge bergen ligt het Land van Maas en Waal. Ik loop gearmd met een kater voorop. Daarachter twee konijnen met een trechter op hun kop. En dan de grote snoeshaan, die legt een glazen ei. Wanneer je het schudt dan sneeuwt het op de Egmondse Abdij. Ik reik een meisje mijn koperen hand, dan komen er twee Moren met hun slepen in de hand. Dan blaast er de fanfare ter ere van de schaar, die trouwt met de vingerhoed, ze houden van elkaar. En onder de purperen hemel in de bruine zon speelt nog steeds het harmonie orkest in een grote regenton. Daar trekt over de heuvels en door het grote bos de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch. En we praten en we zingen en we lachen allemaal, want daar achter de hoge bergen ligt het Land van Maas en Waal. We zijn aan de koning van Spanje ontsnapt, die had ons in zijn bed en de provisiekast betrapt. We staken alle kerken met brandewijn in brand, 't is koudvuur, dus het geeft niet en het komt niet in de krant. Het leed is geleden, de horizon schijnt wanneer de doden dronken zijn en Pierlala verdwijnt. Dan steken we de loftrompet en ook de dikke draak en eten 's avonds zandgebak op het feestje bij Klaas Vaak. En onder de gouden hemel in de zilveren zon speelt altijd het harmonie orkest in een grote regenton. Daar trekt over de heuvels en door het grote bos de stoet voorgoed de bergen in van het circus Jeroen Bosch. En we praten en we zingen en we lach-ahahahaa, het Land van Maas en Waal, van Maas en Waal, van Maas en Waal, van Maas en Waal, van Maas en Waal. |