Aan het einde
Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot
Heb je de trek van de spreeuwen gezien en de vlam van de herfst langs de grachten? Oktober is koud en nog kouder misschien is de wind in de eenzame nachten. Kom terug en wacht niet want de winter dekt dit land. Kom terug in mijn huis, in mijn hand. De stad in de mist is een andere stad dan die kermis met zonnige straten waar je toen voor 't eerst het gevoel hebt gehad dat je niemand meer zou kunnen haten. Kom terug en wacht niet... De nacht in de havens is vol van geluid en de geuren van kruiden en gember. Een ankerlicht dooft aan de horizon uit en het water is koud in december. Kom terug en wacht niet... Oh de vlakte is grijs en de wereld is oud en ik vlucht langs het pad naar het zuiden. Maar te laat want er rijst al een toren van zout en voor mij gaan de klokken nu luiden. Kom terug en wacht niet... |