Vrienden van vroeger
Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot 't Is eindelijk een feit, ik weet ik ben volwassen, ik moet nu op gaan passen met werk en geld en tijd. De jaren zijn voorbij van luieren en leren, onschuldig potverteren, beschonken zijn en blij. Ik heb een vrouw, een kind, een doel om voor te leven, maar gisteren dacht ik even: waar is mijn beste vrind? Met wie ik indertijd het leven attaqueerde en Franse thema's leerde en met dezelfde spijt het meisje heb gekend dat onze harten roofde en zich daarna verloofde met een derdejaars student. Die jongen uit mijn klas die ouder was in jaren en daardoor meer ervaren, van wie dat boekje was dat later op een dag door vader werd gevonden, waarin die plaatjes stonden waarop je alles zag. De vriend die alle pret en zorgen met me deelde, de stoerheid die we speelden, de eerste sigaret. De eerste kuise zoen gekregen van een meisje in ruil voor 't choco-ijsje, waarvoor ze het wel wou doen. De vrienden uit die tijd, waar zijn ze nu gebleven? En soms denk ik wel even: raakte ik mezelf soms kwijt? De onschuld van een kind alleen te zien wat waar is, wat vriendschap voor elkaar is terwijl je later vindt dat alles anders is dan vroeger in je dromen, niets is ervan gekomen, zo heb je je vergist. Ook ik heb vroeg of laat dat liedje wel gezongen van beste brave jongen, maar met een hart vol haat. Waar zijn mijn vrienden heen die ik moeiteloos vertrouwde, op wie ik dromen bouwde? Ik ben nu helaas alleen. Omdat ik nu wel weet, je kunt op niemand bouwen, je kunt geen mens vertrouwen, dus droom ik maar, dus droom ik maar en vergeet. |