Een fietstocht
Jan Rot / Boudewijn de Groot
Een fietstocht door het waterland, ik zing in avondrood Van twee bejaarden in de sneeuw, die wachten op de dood Als ik een jaar of tachtig ben, kom ik hier zeker terug, Ik weet dat ik dan prachtig ben, verweerd met kromme rug. Ik draag een wollen mutsje op een wijze kop van leer, Begin ineens te huilen want ik voel, ik kan niet meer. En dan neem jij de auto en je haalt me van het land, We rijden met z'n tweeën naar het westen, naar het strand. We zien de zon, we zien de zee, we kijken naar elkaar, Een laatste kus, een schietgebed, het afscheid valt niet zwaar. We zoeken een geschikte plek, vooruit en dan rechtsaf, we rijden zonder aarzeling in het ruime zeemansgraf. We kiezen een geschikte plek en kiezen voor de dood En vinden onze eeuwigheid bij het laatste avondrood. |