't Is niets
Dimitri Frenkel Frank - Robert Long / Robert Long
Soevorin: Lika? Lika, wat is er met je? Lika: Ik kom net uit Sint-Petersburg, ik heb daar De Meeuw gezien. Tsjechov: Daar wil ik niets meer over horen. Lika: 't Is een waanzinnig succes. Tsjechov: Wat!? Lika: Vanaf de tweede voorstelling was het elke avond uitverkocht. Un succès fou. Soevorin: Ik wist het. Lika: Je schrijft zo gevoelig, maar in werkelijkheid ben je zo koud, zo onverschillig. Tsjechov: Lika, in godsnaam, wat wil je? Ik ben schrijver. Tsjechov: Gevoeligheid? Betrokkenheid? Wat wil je nou? Realiteit of poëzie? Wat wil je nou? Als ik als schrijver alle engelen en God beschrijf, dan kan het best dat ik als mens daar juist de spot mee drijf. Ik zet als schrijver waar dat nodig is de wereld naar mijn hand. En misschien heb je wel gelijk en is de mens mijn zwakke kant. Wat ik aan hartstocht heb en liefde is te vinden in mijn werk. Ik ben als man misschien niet veel, maar als schrijver sta ik sterk. Je kunt me lezen, niet met me leven. Ik heb alleen maar mijn verhalen om te geven. Praat met mijn stukken, slaap met mijn boeken. Omhels de schrijver maar probeer in godsnaam niet steeds naar de mens te zoeken. allen door elkaar, als Tsjechov een hoestbui krijgt: Hemel, wat is er gebeurd? Wat is er gebeurd? Doe toch iets. Water, water, dan gaat het goed. Doet u iets! Gaat het? Hij bloedt! Roep een dokter. Tsjechov: 't Is niets, 't is niets, 't is niets, ik ben een aangeschoten vogel net als zij. Wat maakt het uit, er komt een eind aan ieder leven, elke illusie gaat uiteindelijk voorbij. Je kunt niet eeuwig door de tijd heen blijven zweven. Een vogel jong en blank zijn, mooi gezond en rank zijn, je vleugels uitslaan in een hemel die van jou is en die zo schitterend en helder stralend blauw is. Je ziet de wereld ver beneden je verdwijnen en voelt de zon steeds warmer op je vleugels schijnen. Je vliegt omhoog, 't is net of Icarus weer daar is, zijn slanke vleugels blank als pas gevallen sneeuw. Het wordt jouw dood, maar je gelooft niet dat dat waar is, totdat je neerstort als een aangeschoten meeuw. |