De Poesjkinprijs
Dimitri Frenkel Frank - Robert Long / Robert Long
ensemble: Moskou, Moskou, wat een wereldstad. Moskou, Moskou, hier gebeurt altijd wel wat. Moskou, wat een paradijs. Leve Moskou, leve de Poesjkinprijs. Straks ligt de naam van Moskou overal op ieders lippen. Over een paar jaar kan Parijs niet meer aan Moskou tippen. Nu zien ze Rusland nog als achterlijk en dom, maar onze grote schrijvers zullen inslaan als een bom. Petja: De Poesjkinprijs. Vijfduizend roebel. 't Is alsof ze je met een fles wodka voor je kop slaan. Waarom hij? Lika: Mijn God, wat houd ik veel van Tsjechov. Petja: Waarom? Hij is arts. Laat hij zijn patiënten laten doodbloeden. En niet de Russiche literatuur. ensemble: Rusland, Rusland, wat een werelddeel, Rusland, artistiek en cultureel, Rusland is een paradijs. Leve Rusland, leve de Poesjkinprijs. En laat het westen dan maar Goethe en Balzac vereren en trots op Nietzsche zijn, op Shakespeare en al die heren. Nu zien ze Rusland nog als achterlijk en dom, maar onze grote schrijvers zullen inslaan als een bom. Tsjechov: Ik ben geboren in 1860, in Taganrog, een klein stadje in Zuid-Rusland. Na mijn eindexamen ging ik naar Moskou om medicijnen te studeren. En ik begon te schrijven, korte, grappige verhaaltjes in tijdschriften, om geld te verdienen voor mijn familie. In 1882 schreef ik 56 stukjes, in 1883 bijna 130, in 1884 werd ik arts. Ik ging minder schrijven, maar beter. En nu is het 1888 en heb ik zowaar de Poesjkinprijs gekregen. En kan ik net als Lord Byron zeggen: op een morgen werd ik wakker en merkte dat ik beroemd was. ensemble: Tsjechov, Tsjechov, wat een kunstenaar. Tsjechov heeft de Poesjkinprijs dit jaar Wat een prachtig eerbewijs. Leve Tsjechov, leve de Poesjkinprijs. En bovendien hebben wij Oblomov, een Dostojewski en een Gontsjarov, Toergenjev, Boelgarin, Potapenko en Tolstoj, Zjoekovski, Negrasov en Gogol. En in die eregalerij komt daar nu Anton Tsjechov bij. Nazdarovje, Tsjechov is een Rus, nazdarovje, op de Russen dus. Rusland is een paradijs. Leve Rusland, leve de Poesjkinprijs. Leve Tsjechov, leve de Poesjkinprijs! |