Discografie

Voor de overlevenden (1966)


Voor de overlevenden
Lied voor een kind dat bang is in he...
De wilde jager
Naast jou
Testament
Vrienden van vroeger
Ze zijn niet meer als toen
Zonder vrienden kan ik niet
Het Land van Maas en Waal
Verdronken vlinder
Beneden alle peil
Ken je dat land?


Ook uitgebracht als SACD.




En "special price".



De onbereikbare liefde, het eeuwige thema en onderwerp van vele hoogtepunten in met name de literatuur, is ook voor Lennaert altijd een bron van inspiratie geweest.
Hij ontmoette haar in de Waagtaveerne, waar Coby Schreier folkmuzikanten uit binnen- en buitenland ontving, onder wie Paul Simon, Pete Seeger en Tom Paxton. Ze heette Joke en had lang blond haar en dromerige ogen. Maar ze was onbereikbaar en zou enige jaren later voorgoed naar Engeland verhuizen. Daar zou in de uren van de middag de zon haar in de heuvels kunnen zien lopen, zo schreef Lennaert en Rob de Nijs zou het zingen ('In de uren van de middag' ) [noot van samensteller: bedoeld wordt 'Meisje in Engeland'/zie item 'teksten']. Voor het echter zover was, wijdde hij een complete liederencyclus aan haar en noemde die 'Voor de overlevenden'. Niet alle nummers gaan over haar, maar ze komen wel allemaal uit hetzelfde gevoel voort. De cyclus, en daarmee de plaat, is dan ook aan haar opgedragen.
'Het Land van Maas en Waal' gaat niet over het land tussen de grote rivieren zoals wij het kennen. Ik hoorde de naam voor het eerst als kind, toen ik werd voorgelezen uit 'Hatsji-Bratsji's Toverballon', waarin de door de boze tovenaar ontvoerde Pietje in de ballon over het Land van Maas en Waal zweefde. Daar stelde ik me van alles bij voor, een soort combinatie van Luilekkerland en het Paradijs.
Toen ik die titel voorstelde aan Lennaert, moest hij denken aan een landstreek zoals je die bij Jeroen Bosch ziet. En het gevoel van waaruit hij de tekst schreef was, zoals hij het zelf ooit noemde, 'een gevoel van zeshoog het raam uit'. Voornamelijk wanhoop dus, wanhoop en verlangen. En die beide begrippen zetten de toon van de hele plaat, van 'Voor de overlevenden' tot 'Ken je dat land'. Tevens wordt hier al enigszins aangekondigd wat een jaar later in volle hevigheid zou losbarsten: de mystiek en de 'shangri-la' van de flower-powertijd. En Bert Paige was nu de vaste arrangeur. Wel wordt Ger van Leeuwen nog vermeld als mede-orkestleider, maar noch aan 'Wilde jager' noch aan 'Naast jou' hoefde veel gearrangeerd te worden.
Onze werkwijze was simpel. Lennaert schreef een tekst, ik prikte die aan de muur, ging er met mijn Spaanse gitaar voor staan en floot er een melodie bij, die zette ik op een bandje (met een degelijke, ouderwetse spoelenrecorder), dan wachtte ik op de volgende tekst, waarna het ritueel zich herhaalde; als alles op het bandje stond, ging ik ermee naar Tony Vos, die riep dat het prachtig was; daarna gingen we naar Bert Paige, waar we het bandje afdraaiden. Dan legde ik aan Bert uit hoe het arrangement ongeveer moest worden, waarbij ik kreten slaakte als "hier twaalf trombones en daar zes cello's en dan een mannenkoor" en ik floot af en toe wat voor als ik wist wat er door een instrument gespeeld moest worden. Tot slot gaf ik hem de teksten, waarna Tony en ik weer vertrokken, Bert waarschijnlijk in vertwijfeling achterlatend. Onze arrangeur verdween dan naar zijn werkkamertje, zette zich achter de piano of de schrijftafel en bedacht vervolgens het ene prachtarrangement na het andere. Daarmee nam hij zeker driekwart van de sfeer en het gevoel en de zeggingskracht van ons repertoire voor zijn rekening. Soms gebeurde het ook dat ik bij hem thuis mijn liedjes floot en op een bandje zette. Het maakte hem niets uit - hij kon alles. In de studio wachtten Tony en ik vervolgens vol spanning af wat er ging komen. En dat was niet mis. Mocht ik tijdens de opnamen opeens een grandioos idee krijgen waardoor bijvoorbeeld de strijkers iets totaal anders moesten spelen, dan was dat geen probleem: Bert veranderde het ter plekke. Het is meer dan eens gebeurd.
Als alles op de band stond, werd er gemixt... op drie sporen. Dat betekende dat er al veel definitief vast kwam te staan tijdens het indubben. Een van de gevolgen daarvan was dat het bizarre lachje op 'Maas en Waal' voor eeuwig te horen zal zijn, hoewel het veel mensen, mijzelf incluis, ernstig tegen de haren in strijkt. Zoals ook op de vorige elpee al het geval was geweest met de overslaande stem in 'Meisje van 16'.
Maar de 4-sporenmachine was in aantocht.

Producer: Tony Vos
Arrangementen: Bert Paige, Ger van Leeuwen (3 en 4)
Techniek: Albert Kos, Gerard Beckers, Frans Naber (3 en 4)
Phonogram Studio’s, Hilversum
Hoesfoto: Rob Bosboom
Hoesontwerp: Eric Wondergem